Prikkelpotjes

Ken je de term ‘prikkelpotje’ al?

Toen mijn kinderen nog wat kleiner waren, een jaar of 3 of 4, hadden we dagelijkse ontploffingen in huis. Of buiten op de stoep. Of in de winkel. Of op de fiets. Eigenlijk overal kon het misgaan. Het leek wel of er dan opeens een druppel was die de emmer deed overlopen en die druppel zag er elke keer weer anders uit.

Soms was die ene broek geen enkel probleem, een andere keer was het het grootste drama in de wereld, omdat ie ZEER deed. Soms was naar de winkels gaan geen probleem, andere keren zat mijn zoon al na 2 meter demonstratief op de grond. Niet van plan nog maar 1 stap te verzetten. Soms konden ze heerlijk samen spelen, maar andere keren was alleen de aanwezigheid van de ander in een straal van 4 meter te veel gevraagd en reden tot boosheid. Het was me vaak een compleet raadsel.

Maar niet alleen voor mij, ook voor hen zelf! Op een rustig moment kon een van hen ook echt geplaagd zeggen: maar waaróm gebeurt dit dan? Waaróm wordt hij zo boos?

Het was tijd voor een paar nieuwe woorden in onze vocabulaire. Woorden om te duiden wat er van binnen gebeurde, om helderheid te maken over wat zichtbaar was van buiten. Dus daarmee deed de term ‘prikkelpotje’ zijn intrede. Ik legde het ongeveer zo uit:

Je prikkelpotje zit van binnen. Alles wat er om je heen en in jezelf gebeurt zijn prikkels die je lijf en je hoofd moet verwerken. Dat er licht op je gezicht schijnt is een prikkel, dat je honger hebt als je wakker wordt is een prikkel, de gedachte dat je naar school moet is er een en het gevoel dat je geen zin hebt in die nieuwe juf zijn er misschien wel 6! Al die prikkels moeten door je hoofd verwerkt worden om een goed plekje te krijgen en daar heeft je hoofd tijd voor nodig. Als er dan teveel prikkels zijn om te verwerken, raakt je prikkelpotje steeds een beetje voller. Dat is niet erg, maar dan heb je eventjes wat rust nodig om het potje weer wat leger te maken. Dus dan is het tijd om even rustig aan tafel te zitten en een boterham te eten. Of je kiest een rustig plekje met je Lego om tot rust te komen. En zonder dat jij daar dan iets aan hoeft te doen, heeft je hoofd even tijd om je prikkelpotje weer wat leger te maken!

Maar als je nou iets te laat pauze neemt. Of er zijn wel erg veel prikkels in 1 keer. Dan raakt je prikkelpotje steeds voller en voller en op een gegeven moment… stroomt ie over! En dan.. krijg je een ontploffing. Dan word je boos of juist heel verdrietig. Kun je niets meer hebben en vind je alles stom. Eigenlijk betekent dat alleen maar dat je even rust nodig heb om je prikkelpotje weer wat leger te maken.

We kunnen er samen ook voor zorgen dat je prikkelpotje niet zo overloopt.. dat kan doordat ik jou op tijd zeg dat je even rust moet nemen. Niet omdat je dan straf hebt, maar omdat ik zie dat je prikkelpotje bijna tot de rand toe vol is. Ook jij kunt zelf aangeven dat je prikkelpotje vol begint te raken. Dat kun je merken doordat je sneller geirriteerd bent door je broer of je zus, of dat je kleren allemaal niet lekker zitten en de zon té vervelend is. Dat zijn tekenen dat je even voor jezelf mag zorgen en dat mag je dan tegen mij zeggen.

Nu zijn we al wat jaren verder, maar de term prikkelpotje is nog steeds een vast onderdeel. Af en toe word deze al vervangen door de volwassenenterm ‘overprikkeling’, want ze worden al ouder en dan klinkt prikkelpotje wat kinderachtig. Maar het principe is nog altijd hetzelfde en de manier van ermee dealen ook.

Heb jij ook zo’n term? Hoe praat jij met je kinderen over deze dingen? Of ben je nog zoekende naar de juiste woorden. Wil je hieronder een reactie achterlaten, dan kunnen we elkaar daarmee helpen!

Laat een reactie achter